Passend salaris

Tijdens de vergadering van de Raad van Commissarissen en het Bestuur van een grote bank komt het onderwerp salarisverhoging aan de orde. De president-commissaris stelt voor dat alle bestuursleden er jaarlijks 100.000 euro bij krijgen. De bestuursvoorzitter sputtert tegen: “Ik ben hier ooit komen werken voor een jaarsalaris van 750.000 euro en heb de toenmalig minister beloofd dat ik het voor dat jaarbedrag zal blijven doen. Ik wil geen salarisverhoging.” De president-commissaris vraagt hem niet zo flauw te doen: “Inmiddels zijn we twee ministers verder, je kunt er best wat bij krijgen.” De bestuursvoorzitter houdt voet bij stuk: hij wil geen salarisverhoging. De andere zes bestuursleden – die met 600.000 euro per jaar naar huis gaan – zijn er blij mee. Eindelijk erkenning voor hun harde werken. Iemand vraagt: “Kunnen we dit wel uitleggen aan onze medewerkers en onze klanten?”

 

“Natuurlijk wel”, zegt de president-commissaris. “Jullie hebben de bank weer winstgevend gemaakt, jullie hebben de medewerkers – qua salaris – op de nullijn gezet en binnenkort brengen jullie de bank naar de beurs. Iedereen gunt het jullie en het mag volgens de wet.” De bestuursvoorzitter vraag nog voorzichtig: “Moeten we geen uitleg bedenken, voor het geval er wel vragen komen?” De vergadering besluit dat dit niet nodig is.

 

Zou de vergadering bij ABN AMRO zo gegaan zijn? Of sla ik de plank volledig mis? Je mag ervan uitgaan dat er zo’n soort gesprek heeft plaatsgevonden. Ik kan mij niet voorstellen dat niemand kritische vragen heeft gesteld. Want als dat zo is, dan heeft de financiële wereld echt niets geleerd van de afgelopen jaren! Overigens blijft de vraag wat een passend salaris is voor een bestuurder van een bank. De bestuursvoorzitter van ING krijgt 1,6 miljoen euro per jaar. De bestuursvoorzitter van Rabobank toucheert een miljoen. Dus de salarissen bij ABN AMRO lijken aan de lage kant. Of verdienen bestuurders van grote ondernemingen en banken überhaupt te veel?

 

In april 2004 publiceerde de commissie-Dijkstal het rapport Over dienen en verdienen. Hierin werden op verzoek van de regering adviezen gegeven over de beloning en de rechtspositie van de ambtelijke en politieke top. Ik stel voor dat er een nieuwe commissie komt, die advies gaat geven over de beloning van bestuurders. De adviezen hoeven niet opgevolgd te worden door de ondernemingen, maar we hebben daarmee wel een houvast om te bepalen of onze publieke verontwaardiging bij een salarisverhoging terecht is.